Een lange levensduur, dat is de eerste eis van een duurzaam gebouw. Bruikbaar en functioneel over een lange tijd betekent dat het gebouw flexibel aanpasbaar is aan de eisen van de toekomst. Een gebouw moet flexibel zijn, anders is het een desinvestering. Met deze introductie ging het ronde tafelgesprek op de PROVADA van start.
Het ronde tafelgesprek dat werd gehouden op de PROVADA was de zevende editie uit de ‘The floor is yours sessies’. Met deze gesprekken treedt VBI in dialoog met experts uit de sector en houd zij contact met de klant en de markt. Deze keer werd het gesprek samen met Eisma Bouwmedia georganiseerd. Op dinsdag 3 juni waren de volgende personen aanwezig: Michiel Roelofs, directeur SCOREL BEHEER, Cees van Bemmel, directievoorzitter bij Van Wijnen Holding N.V., Martin Mooij, manager Public and Real Estate bij NUON, Erwin Spuybroek, architect bij Van Hoek Spuybroek architecten, Martijn van Mansom van Heembouw Roelofarendsveen B.V., Suzanne Groenewold van GS architecten en Gerrit-Jan Teunissen van TRAJECT. Namens VBI namen Dennis Duffels , hoofd Verkoop en Marketing en Peter Musters, adviseur Bouwconcepten deel. De voorzitter van de bijeenkomst was Peter de Winter, hoofdredacteur bij Eisma Bouwmedia.
Toekomstvast rendement
‘Gebouwen die niet flexibel zijn, zijn op lange termijn een desinvestering’. Met deze eerste stelling werd het gezelschap uitgedaagd te reageren. De voorzitter scherpte dit nog even aan door te zeggen dat gebouwen met maar één functie zorgen voor leegstand. Een deelnemer geeft aan dat het best lastig is om over andere bestemmingen na te denken omdat we niet zo ver vooruit kunnen kijken. Rapporten van de overheid voorspelden in het verleden dat we tegenwoordig met ongeveer 20 miljoen inwoners Nederland zouden bevolken. Deze en andere voorspellingen zijn nooit uitgekomen. Het is lastig in te schatten hoe de toekomst eruit ziet. De andere deelnemers zijn van mening dat er binnen een bepaalde bestemming prima ruimte gecreëerd kan worden voor flexibiliteit. Doe je dit niet, dan ben je als belegger een dief van je eigen portemonnee. Beleggers eisen steeds vaker dat een gebouw flexibel is. Zij zien in dat een flexibel gebouw op lange termijn een betere investering is. Iemand geeft aan; ‘investeren in iets wat je niet kunt laten renderen, is totaal niet interessant’. Wanneer de eventuele meerkosten niet direct in de business case kunnen renderen, zal er niet in flexibiliteit voor de toekomst worden geïnvesteerd.
Meerdere bestemmingen
De tweede stelling luidde: ‘Bij de ontwikkeling van een gebouw zouden bij voorbaat één of twee toekomstige schaduwbestemmingen in het ontwerp meegenomen moeten worden’. Er wordt opgemerkt dat architecten meer tijd en aandacht in de ontwerpfase moeten steken door te kijken naar toekomstige schaduwbestemmingen. Daar wordt op de lange termijn van geprofiteerd. De meerderheid gaf echter een weerwoord door aan te geven dat het onzinnig is om te ontwerpen voor bouwplannen met meerdere bestemmingen. Het is onmogelijk om in een glazen bol te kijken en in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. Je moet juist zodanig ontwikkelen en ontwerpen dat er later ruimte is voor een andere functie. Maar specifiek werken vanuit extra schaduwbestemmingen in het ontwerp, lijkt het gezelschap niet haalbaar.
Tot slot
De deelnemers concluderen samen dat in eerste instantie moet worden nagedacht over simpele aanpassingen binnen het ontwerp van een gebouw met oog op verschillende functies op korte termijn, zodat in een later stadium grotere functieverandering mogelijk blijft. Kijken naar extra functies is geen voorinvestering maar een variant van ontwerpen waarbij je de extra flexibiliteit in meeneemt. Het moet een vanzelfsprekendheid worden. Je moet flexibiliteit waarborgen door ‘aanpassingen naar beter’, in de toekomst niet uit te sluiten.
The floor is yours
Door middel van een serie van ronde tafel sessies gaat VBI in gesprek met deskundigen vanuit verschillende vakgebieden binnen de bouw. Wilt u ook een keer één van deze ronde tafel sessie bijwonen? Stuur dan een e-mail naar Dennis Duffels.